Letterlijk ‘een niet lullen maar doen man’ komt binnen.
Actie, kom … zeg me maar wat ik moet doen.
Compleet een ander karakter dan wie ik zelf ben. Dus even slikken.
Om in deze taalsfeer even door te gaan … hij lult me werkelijk de oren van mijn kop.
Je hoeft geen geleerde te zijn om door te hebben dat hij een doener is en dat voelen een andere tak van sport is.
Hij voelt zich (haha) wel goed behandelt, want zo’n uitgebreid onderzoek heeft hij nog nooit gehad.
Ik weet dat doen alleen een opening zal zijn om hem naar het voelen van zijn lichaam te brengen. Ik leg hem uit dat hij een oefenschema gaat krijgen. Oefeningen die hij waarschijnlijk allemaal al kent, alleen gaat hij ze nu met een andere insteek doen. Voelen wat er in zijn lichaam gebeurt. Hij gaat akkoord.
Hij mag gaan liggen met opgetrokken benen. En ik vraag wat zijn lage rug en bekken doen tijdens de inademing en uitademing. Holler? Boller? Naar voor? Naar achter?
Hij voelt het uiteindelijk.
Oké … en nu deze bewegingen, onder invloed van de ademhaling wat gaan vergroten. Wel onder 1 voorwaarde: Je beweegt alleen je lage rug en bekken.
Dat ging moeilijker. Want al snel beweegt ook zijn been, en/of zijn borstkas, en/of … mee. En ik als de ‘strenge juffrouw’: ‘’Nee, alleen je lage rug en bekken. Wat is er nodig om dat te kunnen? Welke gedachtes, welke gevoelens kom je tegen? Welke weerstanden …?’.
En uiteindelijk lukt het hem.
Deze ‘een niet lullen maar doen man’ is na een aantal behandelafspraken en het doen van zijn oefenschema echt gestopt met ‘lullen’. Hij heeft tijdens dit oefenschema veel over zichzelf geleerd … en zijn rugklachten heeft hij niet meer.
(En hij vertelt dat zijn vrouw ook heel erg blij met deze verandering is)